Tekstgrootte
Een vrijstelling verlof buiten de schoolvakanties vanwege de aard van het beroep van één van de ouders (art.11F, Leerplichtwet 1969).
Het komt voor dat door het beroep van een van de ouders er geen gezinsvakantie mogelijk is in één van de schoolvakanties. (Daaronder vallen bijvoorbeeld ook de zomervakantie en de kerstvakantie). Een gezinsvakantie is een vakantie van minimaal 2 aaneengesloten weken. Ouders kunnen dan een beroep doen op deze vrijstelling. Deze vrijstelling kan nooit langer duren dan 10 aangesloten schooldagen en mag maar 1 keer per schooljaar worden afgegeven. Het mag daarbij niet gaan om de eerste twee weken van het nieuwe schooljaar.
Over deze aanvraag beslist alleen de directeur van de school. Aanvragen langer dan 10 schooldagen of over meerdere periodes moeten worden afgewezen.
Om in aanmerking te kunnen komen moet de aanvraag aan 3 voorwaarden voldoen:
1.Het gezin kan in geen enkele andere vakantie een gezinsvakantie houden.
2.Het verlof mag niet in de eerste twee weken van het nieuwe schooljaar vallen 3.Het moet redelijkerwijs te voorzien zijn (en/of worden aangetoond) dat een vakantie in de schoolvakanties tot onoverkomelijke bedrijfseconomische problemen zal leiden. Slechts het gegeven dat gedurende de schoolvakanties een belangrijk deel van de omzet wordt behaald is onvoldoende.
Alleen het tonen van een werkgeversverklaring is daarom niet voldoende.
Het komt in de praktijk zelden voor dat ouders geen gezinsvakantie kunnen vieren in een andere schoolvakantie (bijvoorbeeld de kerstvakantie). Een dergelijk verzoek zal dan ook meestal worden afgewezen.
Overige verlofaanvragen
Buiten vakanties zijn er ook andere gronden om extra verlof aan te vragen. Denk hierbij aan een bruiloft, Suikerfeest, jubileum etc. Soms kan hiervoor verlof verleend worden. Meer informatie hierover vindt u op het formulier 'Aanvraag extra verlof'.